Daisy, mijn karakter 2
Blog 4 van de reeks onze vier breinen
Gisteren, op Tweede Paasdag 2025, ging een van mijn karakters volledig door het lint.
Opeens kwamen er extra activiteiten bij: twee cranio-sacraalbehandelingen voor mijn zoon en schoondochter.
Zij stonden open om het te ervaren, en zoals ik ben... ik kon daar niet even ‘een kwartiertje’ in stappen.
Ik wilde écht aanwezig zijn. Dat zou langer duren. Diepgaander.
Toen het me allemaal te veel werd, kwam Daisy om de hoek kijken.
Daisy is mijn Karakter 2.
Ze komt wanneer het écht mis dreigt te gaan.
Als er gevaar is.
Dan komt ze — en ze zegt het bits:
“Hans, jij met je energie, ga weg. Loop me niet in de weg.”
Hij stond daar alleen.
Hij stond daar alleen.
Maar voor Daisy stond hij in de weg.
Ze had hem de hele ochtend al in de gaten gehouden —
hoe hij met de kinderen sprak, hoe hij (in haar ogen) het er gewoon van nam,
zonder mee te helpen met zorgen voor.
Hij stond daar. Juist op het moment dat ik het allemaal niet meer aankon.
Dat was genoeg om de trigger in mijn lichaam te voelen.
……Vandaag is het een dag later.
Ik voel nog steeds buikpijn als ik eraan terugdenk.
En nu, opnieuw, gaat Daisy in de aanval —
maar dit keer tegen Karakter 1.
Ze voelt zich zó alleen. Zo verdrietig.
En dit is wat ze kan doen: iemand de schuld geven.
“Ik haat je,” zegt ze tegen Karakter 1.
“Ik haat dat je altijd de controle wilt houden.
Nu zitten we weer samen in de slachtofferboot.
Ik haat je… ik haat je!”
Ze schreeuwt.
“Ik wou dat je gewoon stopt. Dat je sterft.
Je maakt het kapot, net als papa.
Die kon ook zo uit zijn slof schieten.”
Shit.
Zijn energie is erbij gekomen.
Hij had ook die uitvallen.
Hij heeft zoveel kapotgemaakt in mijn gezin van herkomst.
En nu… nu doe ik het zelf ook.
Maar ik wilde juist liefde laten stromen.
En Karakter 1?
Ze had echt haar best gedaan.
Ze had een prachtig Paasprogramma gemaakt.
Alles goed voorbereid.
De kleinkinderen — inmiddels boven de tien — deden voor het eerst mee met een nieuw ritueel:
ieder kind zocht één ei in de tuin, met een nummer erop, dat verwees naar een doe-activiteit.
Een frisse wind.
En het eten? Haar zelfgemaakte brood kreeg een ereplaats.
Iedereen kon het beleggen met vlees, vis, kaas, groente. Even de oven in. Heerlijk.
En dan…
komt Karakter 4 stilletjes binnen.
Zacht. Als een veertje.
Ze komt als vanzelf. Juist in de stiltes tussen mijn schrijven verschijnend iets anders.
“Je hebt het zo goed gedaan,”
zegt ze tegen Karakter 1,
met zoveel zachtheid in haar stem.
Mijn lichaam ontspant een beetje.
Ik haal dieper adem. En laat het gevoel van mededogen dieper in me zakken.
Zo’n breinberaad (zoals Jill het noemt is niet een kwik fix) .
“Je had een mooi programma.
En je wilde mij — Karakter 4 — die dag actief maken.
Dat is niet helemaal gelukt, maar weet…
ik was er.
Ik ben er altijd.”
Daisy hoort het.
En begint te huilen.
Eindelijk.
Zoveel verdriet komt los.
En nu ze zich gesteund voelt door Karakter 4,
kan ze loslaten.
“Dank je wel,”
fluistert Daisy naar Karakter 4.
Het hart gaat open.
Er stroomt liefde.
Daisy is zó lief, zegt Karakter 4.
En opnieuw besef ik dat karakter 4 me telkens helpt om mezelf te vergeven.
Wat mooi dat ik dit nu echt kan plaatsen vanuit de werking van de vier breinen.
Karakter 4 zegt dan zacht:
“Je hebt het écht goed gedaan, Daisy.
Je beseft nog steeds niet hoe belangrijk jij bent..
Je leven lang al laat je zien waar je nog oude pijn hebt.
En karakter 1 is ook heel belangrijk.
Die kreeg zelfs een compliment van je schoondochter.
Ze vond het nieuwe ei-ritueel prachtig.”
Dan spreekt de liefdevolle stem van Karakter 4 rechtstreeks tot Daisy, die nog denkt dat ze boos is op karakter 1:
“Lieve, lieve Daisy…
Je vond het zo erg dat je uit je slof schoot.
Maar dat was jij, lieve Daisy —
niet Karakter 1.
Jij werd getriggerd door spanning.
En ja, jouw vader had dat ook.
Het zat in jullie familiesysteem.”
“Maar jij ziet het nu.
Je bént je bewust geworden.
En dat verandert alles.
Jij kunt het nu laten oplossen.
De energie is gezien.
Jij bent weer veilig.”
Dan vraagt Daisy zacht (wat is het toch een bang kippetje om iets te vragen):
“Moet ik nu nog iets doen om het recht te zetten?”
Karakter 1 zegt rustig:
“Nee.
Rechtzetten voor wie?
Hans zag je. Hij zag het geheel.
Weet je nog… gisteravond, toen je eerder in bed lag,
kwam hij naar je toe en zei:
‘Je hebt het echt goed gedaan, lieve Kit.’
En hij gaf je een dikke knuffel.”
Daisy glimlacht.
Ze herinnert het zich.
Die knuffel ontspande haar lichaam.
Dan zegt Karakter 1, heel praktisch —
ze is tenslotte de regelaar:
“Wat je wél kunt doen:
Vraag Hans of hij, als hij jouw opbouwende spanning ziet,
even met je apart wil gaan zitten.
Gewoon een break.
Een moment om te zijn.
Zodat jij kunt voelen dat de energie weer naar beneden mag zakken.”
En dan… hoort Daisy de stem van Karakter 4 opnieuw:
“Het rechtzetten is al gebeurd.
Je mag weer ontspannen, Daisy.
Je mag weer bij de groep.
Of... als je wilt: even slapen.”
Vanuit rust leg ik mezelf neer in de serre.
Bril af. Ligstoel uit. Schoenen uit. Ogen dicht.
Ik heb anderhalf uur geslapen in de zon.
En ik heb zelfs gedroomd.
Nawoord
Misschien heb je gemerkt:
in dit verhaal was Karakter 3 — de speelse, lichte kracht — minder zichtbaar.
Maar nu, terwijl ik deze blog nog een lees en afrond,
wordt ze wakker.
Ze is blij, nieuwsgierig, en zou het liefste nu al beginnen aan een boek over de vier breinen.
"Laten we het gewoon dóen!" roept ze enthousiast.
En ook, ze is ontroert en laat een paar gevoels traantjes stromen. Een boek over de vier breinen, net zo’n persoonlijk levende ervaring als zinvol rouwen. Woh, daar had ik nog niet aan gedacht. Dank je brein 3!
Maar Karakter 1 glimlacht en zegt:
"Wacht nog even.
Er komen meer ervaringen.
Andere mensen gaan ook opstellingen doen en schrijven met de vier breinen.
En al die unieke verhalen mogen meegenomen worden.
Dan kunnen we samen, al onze vier breinen, het boek schrijven.
En ik luister.
Naar hen allebei.
Dit was mijn eerste blog — een eerste experiment
om te verkennen hoe de vier karakters in mij met elkaar kunnen samenwerken.
Hoe ze kunnen spreken in plaats van botsen.
Hoe ze samen kunnen dragen, in plaats van vechten om de leiding.
Dit is de kracht van leven met je vier breinen. Niet om te fixen, maar om te voelen. Niet om te controleren, maar om te ontmoeten. Steeds opnieuw.
Reflexie vraag:
Wat gebeurt er in jou als je terugkijkt op een moment waarin je ‘uit de bocht vloog’?
Kun je — nu, in dit moment — ook compassie voelen voor dat deel in jou?